Inleiding:Vera (klasgenoot) en ik zijn voor een opdracht voor school naar een museum geweest. We hebben er daarna een presentatie over gehouden en een verslag van het bezoek geschreven.
We zijn naar het museum De Fundatie in Zwolle geweest.
We hebben voor dit museum gekozen omdat we allebei graag naar dit museum in zwolle wilde. We zijn allebei bekend in zwolle en zijn nog nooit in dit museum binnen geweest. Het leek ons daarom leuk om hier eens een keertje naar binnen te gaan. Er zijn nu 4 tentoonstellingen waaronder die van de kunstenaar Herman Gordijn.
Het gebouw:Het Paleis aan de Blijmarkt is de Zwolse locatie van Museum de Fundatie. Het is een pand dat in een neoclassicistische stijl gebouwd is.

Neoclassicisme is een stroming in de kunst waarin de klassieke tijd opnieuw aan bod kwam. Men richtte zich dus op de kunst van de oude Grieken en Romeinen. Het gaat hierbij om kunst die aan het einde van 18e en de eerste helft van de 19e eeuw gemaakt werd. Ze wilden de schoonheidsidealen van de Grieken nastreven, de vermeende puurheid van hun klassieke stijl van werken.
Het gebouw is gebouwd tussen 1838 en 1841 en is ontworpen door de Haagse architect Eduard Louis de Coninck. Eerst werd het pand gebruikt als Paleis van Justitie en later bood het ook onderdak aan andere instanties zoals de Provinciale Planologische Dienst. Tussen 2004 en 2005 is het pand verbouwd tot kunstmuseum, naar een ontwerp van architect Gunnar Daan. Sinds dien is het de vestiging van museum de Fundatie te Zwolle.
De neoclassicistische stijl vind je ook terug in de bouwstijl van Museum de Fundatie. In het gebouw komen vele elementen voor die ook in de Griekse (en Romeinse) bouworde voorkwamen. Zo loop als, als je het museum binnengaat eerst over een stylobaat (de traptreden), ook heb je een paar zuilen voor de ingang en zo zijn er nog meer elementen die terugslaan op de klassieke tijd. Voor de rest heeft het gebouw ook een modern tintje gekregen, niet het gehele gebouw is van buiten in de Griekse bouworde gemaakt, het heeft natuurlijk gewoon muren met glazen ramen enzovoorts. Ook van binnen is het pand modern verbouwd, passend bij deze tijd en de functie van het gebouw.
Paleis aan de Blijmarkt, zoals de locatie van het museum in Zwolle ook wel wordt genoemd, is niet de enige vestiging van het Museum de Fundatie. Sinds juni 2005 zijn er twee vestigingen die samen Museum de Fundatie vormen. Hierbij hoort namelijk ook Kasteel Het Nijenhuis in Heino, waar je een veelzijdige verzameling van schilderijen, tekeningen en beeldhouwwerken en toegepaste kunst kunt bekijken uit vele periodes en culturen.
Wij zijn echter alleen naar de locatie in Zwolle gegaan, omdat ons de wisselende tentoonstellingen die daar werden gehouden meer aanspraken. We zijn dus echt doelmatig op pad gegaan. Hebben eerst gekeken wat er allemaal was, wat ons leuk leek en hebben ons uiteindelijk voornamelijk op een onderwerp gericht.
Ontvangst:
Toen we de straat van het museum inliepen zagen we het gebouw al staan. Wij vinden het allebei een erg mooi gebouw omdat er veel klassieke elementen in zitten. Toen we het gebouw binnen kwamen werden we niet begroet. Dit vond ik zelf vervelend omdat ik gewend ben overal hoi te zeggen. Toen we bij de receptie kwamen en ons kaartje gingen halen kregen we een goede uitleg van wat de bedoeling was. Dat je eerst je tas in een kluisje moest leggen en dan pas naar binnen kon.
Algehele inhoud museum:
Herman Gordijn:
Hier werd de tentoonstelling binnenstebuiten getoond. Herman Gordijn staat bekend om zijn schilderijen van vrouwen. Het zijn dan meestal niet de schoonheden maar meer de markante figuren. In de tentoonstelling binnenstebuiten worden nu de mannen eens naar voren gehaald. Behalve officiele portretten, zoals die van Ivo Samkalden, oudburgemeester van Amsterdam, hangt op de tentoonstelling een ruime sellectie vrije werken met mannen in de hoofdrol.
John Heartfield:
De expositie fotografie als wapen laat zien hoe de beeldende kunst aan de ene kant kan functioneren als ceremoniemeester van de macht en aan de andere kant een wapen kan zijn in de strijd tegen onrecht.
Jürgen Haufe:
Hij was een van de meest vrijwerkende grafici in de DDR. Hij werkte ondermeer voor het staatstheater in Dresden en verkende met resultaat de grenzen van het toelaatbare in de toenmalige politieke constellatie. Er werd een overzicht van zijn affiches getoond.
Vaste collectie:
De basis voor de collectie werd gelegd door de kunstkenner Dirk Hannema
Hij is de oprichter van de Stichting Hannema-de Stuers fundatie, waaruit Museum de fundatie is voortgekomen. De collectie bestaat uit oude kunst, moderne en hedendaagse kunst, kunstnijverheid (glas, keramiek en meubels, met name uit de 17e , 19e en eerste helft van de 20e eeuw).
Verwachting van het museum (Vera) :
We hadden van te voren goed onderzocht wat we konden verwachten en wat voor een wisselende exposities er momenteel waren. Ik wist dat er voorheen wisselende exposities waren geweest die mij erg aanspraken, dus voordat ik op internet ging kijken hoopte ik al wel dat er op dit moment een leuke tentoonstelling zou zijn. Toen ik eenmaal gekeken en gelezen had, viel mij dit toch wat tegen. Er waren op dat moment 3 wisselexposities. De eerste was van Herman Gordijn, genaamd ‘Binnenstebuiten’, de tweede was van John Heartfield, ‘Fotografie als wapen’ en de derde was van Jürgen Haufe, die allerlei grafische affiches laat zien. Op het eerste gezicht sprak mij dit niet zo heel erg aan, ik hou wat meer van nog modernere, meer experimentele kunst. Al spraken bepaalde andere elementen in de tentoonstellingen mij wel weer aan. Daarnaast had ik besloten maar niet al te veel te verwachtten, want meestal is het toch heel anders dan wat je van te voren denkt.
Verwachting van het museum (Simone):
Ik ben nog nooit in het museum geweest. Ik heb op de site gekeken en het werk van Herman Gordijn lijkt me wel leuk. Ik heb niet het idee dat ik het echt ontzettend mooi ga vinden. Ik ben vooral erg benieuwd naar hoe de schilderijen er in het echt uit gaan zien. Want vaak als je het op een site of foto ziet komt het niet zo sterk over als dat je het in een museum tegen de witte muur ziet. Ik heb op de site gelezen en gekeken wat ik kan verwachten en het werk van John Heartfield lijkt me erg mooi om te zien, omdat de titel “fotografie als wapen” mij erg nieuwsgierig maakt. Ik had voor mijzelf besloten dat ik wel zou zien of het mij zou aanspreken.
Doelgroep:
Het publiek is erg wisselend, zowel jong als oud komen op het museum af. Volgens mij komen kinderen er wel minder kijken dan jongeren, het is vooral gericht op personen vanaf 12 jaar. Zelf vond ik het namelijk niet erg gericht op kinderen, er waren geen speciale speurtochten, opdrachten of andere mogelijkheden voor ze om het voor hun ook aantrekkelijk en leuk te maken om naar het museum te maken. Wat voor een publiek er op het museum af komt hangt ook erg af van welke wisselende expositie er op dat moment in het museum is, vertelden de medewerkers van De Fundatie. De ene tentoonstelling spreekt jonger publiek meer aan, de andere tentoonstelling spreekt ouder publiek meer aan. Maar over het algemeen is het wel redelijk verdeeld.
Ook komen er redelijk veel studenten van het ArtEZ zoals wij. Die hebben namelijk gratis toegang met hun schoolpas. En omdat in Zwolle ook een gebouw van ArtEZ staat, komen er redelijk wat mensen op af die daar studeren.
Het werk van Herman Gordijn:
De tentoonstelling van Herman Gordijn in museum de Fundatie werd op 12 september 2009 geopend in het Paleis aan de Blijmarkt te Zwolle. Het heet ‘Binnenstebuiten’ en er is veel nieuw werk van de schilder Gordijn te zien. Vooral oudere mensen zijn veel te zien in zijn schilderijen. Over het algemeen staat hij bekend om zijn vrouwelijke naakten, maar bij deze tentoonstelling zijn er voor de verandering vooral veel mannen te zien. Net als bij zijn voorheen geschilderde vrouwen zijn dat stevige modellen geweest, mannen van proportie, die niet bepaald behoren tot het gangbare schoonheidsideaal. Een ruime selectie vrije kunst met afbeeldingen van mannen is te zien in de Fundatie. Naast zwoele mannen hanger er ook officiële portretten, zoals een van oud-burgemeester Samkalden van Amsterdam. Speciaal voor de tentoonstelling in de Fundatie maakte Herman Gordijn nog 10 etsen, waarbij de schrijver en dichter Gerrit Komrij 10 gedichten schreef. Ook maakte hij nog 3 schilderijen met olieverf voor de tentoonstelling, met de namen ‘De drie gratiën’, ‘Mooi’ en ‘Vlees’.
‘De drie gratiën’ baseerde hij op het beroemde schilderij met dezelfde titel van Peter Paul Rubens, de grote Vlaamse meester uit de zeventiende eeuw. Maar in plaats van drie weelderig gevormde vrouwen, zien we bij Herman Gordijn drie weelderig gevormde mannen op het doek staan. Hieronder zie je eerst een afbeelding van het schilderij van Rubens, en daaronder een afbeelding van het schilderij van Gordijn zodat je beiden goed kunt vergelijken.

Sommige personages die Gordijn afbeeld, ogen vrouwelijk of homoseksueel. Herman Gordijn ziet dit zelf niet zo. Hij zegt er zelf over: „Ik kijk niet naar de sekse van een model. Er zijn mannen bij die vrouwelijker zijn dan andere. Maar de dikke man in string kan een heteroseksuele kantoorbediende zijn die thuis graag een gouden broekje aantrekt.” Dit dus met betrekking tot het schilderij ‘Mooi’ dat hierboven afgebeeld staat.
Sommige mensen vinden de schilderijen van Gordijn ook exhibitionistisch (neiging van mannen tot het publiekelijk ontbloten van hun geslachtsdelen, het potloodventer idee dus). Maar van exhibitionisme moet Herman Gordijn helemaal niets hebben, zelf zegt hij daarover: „Mensen die mijn schilderijen exhibitionistisch noemen, hebben domweg niet goed gekeken. Je hoeft geen verstand van kunst te hebben om toch goed te kunnen kijken.”
Op het schilderij ‘Mooi’ zie je een zo goed als naakte man in een tanga zichzelf bewonderen in de spiegel. Ik denk dat Gordijn het schilderij ‘Mooi’ genoemd heeft omdat de man zichzelf bewonderd, hij heeft een tevreden uitdrukking over zijn gezicht terwijl hij naar zichzelf in de spiegel kijkt. Ook is Gordijn zelf gefascineerd door oude en/of dikke personen, hij houdt niet van schoonheidsidealen en clichés. Hij valt juist op weelderige vormen en vind het leuk om veroudering te weergeven in zijn schilderijen. Daarin zit veel meer contrast en het is een stuk interessanter om te schilderen.Een kenmerk van het schilderij is de indringende voorstelling die, eenmaal gezien, moeilijk te vergeten is. Toch zit de sterkte uitwerking niet in het plaatje, maar in een afgewogen gebruik van compositie, ritme, kleur, licht-donker, verfbehandeling en handschrift. Eigenlijk heeft die beeldtaal nog wel een grotere zeggingskracht dan de voorstelling. Dit geldt niet alleen voor het schilderij ‘Mooi’ wat we nu bespreken, maar ook voor al het overige werk van Herman Gordijn. Als je goed kijkt en verschillende werken van hem bestudeerd, kun je dat ook goed zien.
Een voorbeeld van een schilderij waarin hij de fascinatie voor ouderdom en huid weergeeft:

Je ziet een wat oudere man in een klapstoel zitten, met een blauwe onderbroek aan. Het naakte, oudere lijf vertoont opvallend veel kracht en ook de houding is goed weergegeven. Hieruit kun je al heel veel opmaken van over hoe iemand is. Het is een kleine man met bollende buik en hangende borsten, je ziet dat hij met plezier kijkt naar zijn eigen omvangrijke lichaam. De structuur van het lichaam, de manier waarop hij dit weergeven heeft, is zeer kenmerkend voor de stijl van Gordijn. Zijn werken herken je heel goed, ze hebben een hele eigen stijl.
Mening over het werk van Herman Gordijn (Vera):
We hebben Gordijn uitgekozen als kunstenaar om te bespreken omdat zijn werk het meeste opviel tussen alles wat er al hing. Zijn werk heeft zowel iets schokkends als iets fascinerends vind ik. Eerst vond ik het heel vreemd, waarom zou je allemaal naakte mannen gaan schilderen? Later keek ik er beter naar, zag ik hoe knap hij het gemaakt heeft, de huid heeft weergeven, zijn gedachtes bij de werken en de fascinatie voor de huid heeft weten over te brengen. En ook hoe zeer je zijn stijl kunt herkennen, hoe bepaalde beeldelementen overal in terug komen. Nadat ik zijn werken beter had bekeken en ook wat achtergrondinformatie had gezocht, respecteer ik zijn werken wel. Hij is vernieuwend, wil niet het cliché schoonheidsideaal weergeven maar juist oude, dikke, vrij lelijke mensen. Schoonheid komt al vaak genoeg voor in de beeldende kunst, daar kun je al genoeg naar kijken. Hij doet wat anders en daardoor verveelt het kijken naar zijn werk niet.
Mening over het werk van Herman Gordijn (Simone):
Ik vond het werk van Herman Gordijn mooier dan dat ik verwacht had. Vooral 1 schilderij in het bijzonder sprak mij erg aan. Dat was het schilderij
‘De drie gratiën’ in dat schilderij worden hele zachte kleuren gebruikt zodat de rode bloemen op de grond er erg mooi uitkomen. Ik wist niet precies wat het schilderij inhield toen ik hem zag maar ik had toch een bepaalde aantrekkingskracht met dat schilderij. Ik liep de zaal binnen en dat schilderij viel me meteen op. ik moest ook wel beter naar de schilderijen en schetsen van Herman Gordijn kijken voordat ik het begon mooi te vinden. Hij werkt heel fijntjes en heeft ontzettend mooi schaduw werk op de huid en in de gezichten van de mensen. Zijn schilderijen zijn erg gedetaileerd. In zijn werk zie je ook vaak verschillende types. Hij weet erg goed een unieke gezichtuitdrukking en lichaamshouding weer te geven. Ook bij de schetsen vond ik het juist erg leuk en toch ook wel grappig en mooi om te zien hoe hij het niet zo gangbare schoonheidsideaal in beeld bracht.
Reflectie en Conclusie:De expositie van het werk van Herman Gordijn was uiteindelijk veel
interessanter dan we beiden van te voren hadden gedacht. We dachten
dan het een beetje suf zou zijn, alleen allemaal portretten van mensen.
Maar de schilderijen waren veel groter dan gedacht, het was heel mooi als
je er zo voor stond en ze bekeek, heel anders dan zo een plaatje op
internet. Ook hadden ze een hele eigen stijl, het was erg leuk om naar te
kijken. Je zag ook heel goed dat al die schilderijen in die ruimte van
dezelfde maker waren, een erg herkenbaar handschrift had Herman
Gordijn.
Daarnaast was het een mooi museum, zowel vanaf de buitenkant als vanaf
de binnenkant. Het gebouw zag heel mooi uit, dat geeft meteen een
goede eerste indruk. Als je bijvoorbeeld een vervallen gebouwtje binnen
moest speelt dat al meteen mee met jouw indruk van een museum.
Ook de ruimtes waren erg mooi, ook leuk gedaan qua inrichting. Gewoon heel strak, maar er stonden dan vaak ook grote rode banken
ook grote rode banken in het midden, waarop je kon gaan zitten en rustig
kon kijken naar de werken.
Het was erg overzichtelijk ingericht, van de verschillende kunstenaars
stond al het werk netjes bij elkaar, er stonden bordjes bij zodat je wist wie
het gemaakt had, wanneer en hoe het heette.
De medewerkers van het museum waren ook bereidt informatie te geven
hoe het zat met de reclame, het publiek, enzovoorts. Ze waren bereidt
allerlei informatie te geven over het hoe en wat in het museum.
Een ander positief punt was dat ze een museumbulletin hadden die we aan het begin mee kregen, een soort krantje met informatie over de verschillende exposities die er momenteel waren. Daardoor konden we alvast wat lezen over de exposities. Het was ook erg handig om achteraf nog even te bekijken bij het maken van dit verslag.
Ook was het erg leuk dat ze steeds verschillende wissel exposities hebben, zo kun je er meerdere keren naartoe gaan zonder steeds hetzelfde te zien. En dat zorgt natuurlijk ook voor een breder publiek, de ene kunstenaar spreekt de ene wel aan en de ander niet.
Kortom, een mooi en overzichtelijk museum, met momenteel een interessante expositie van Herman Gordijn, zeker de moeite waard om een keer te bekijken.